Als vóór 1 mei een voorlopige aanslag wordt aangevraagd voor het vorige boekjaar, is er geen belastingrente verschuldigd als de Belastingdienst de voorlopige aanslag conform de aanvraag oplegt. Het rentepercentage voor de vennootschapsbelasting bedraagt maar liefst 8%. Het tijdig aanvragen van een voorlopige aanslag Vpb levert u dus al snel een financieel voordeel op of voorkomt ten minste een fors nadeel!
Wat is belastingrente?
De belastingrenteregeling houdt in dat belastingrente betaald moet worden wanneer het opleggen van een aanslag met een door belastingplichtige te betalen bedrag te lang op zich heeft laten wachten en dit komt door het verzuim van de belastingplichtige. Kortom, de belastingrente is een vergoeding van belastingplichtige aan de Belastingdienst voor de gemiste rente. Daarbij geldt als hoofdregel dat de Belastingdienst zelf geen belastingrente vergoedt. Echter, wanneer het aan de inspecteur te wijten is dat een aanslag met een voor belastingplichtige te ontvangen bedrag te lang op zich heeft laten wachten, wordt de belastingrente wel vergoed. Voorwaarde daarbij is wel dat de aanslag moet zijn opgelegd in overeenstemming met de ingediende aangifte of een ingediend (herzienings)verzoek.
Wanneer moet u belastingrente betalen?
De hoofdregel is dat u belastingrente moet betalen als de Belastingdienst een aanslag oplegt op of na 1 juli volgend op het belastingjaar. De belastingrente wordt vervolgens berekend over het bedrag dat u aan belasting verschuldigd bent. Op deze hoofdregel bestaan twee uitzonderingen:
- U hoeft geen belastingrente te betalen als u vóór 1 april volgend op het belastingjaar uw aangifte Vpb indient en de Belastingdienst de aangifte ongewijzigd overneemt; en
- U hoeft geen belastingrente te betalen als u vóór 1 mei volgend op het belastingjaar een aanvraag voor een voorlopige aanslag indient en de Belastingdienst de voorlopige aanslag Vpb oplegt conform uw aanvraag.
Over welke periode betaalt u belastingrente?
Zodra u belastingrente bent verschuldigd, omdat de Belastingdienst een aanslag oplegt op of na 1 juli volgend op het belastingjaar, gaat de teller lopen. De belastingrente wordt namelijk berekend over een periode van 1 juli volgend op het belastingjaar tot en met 6 weken na de datum die vermeld staat op de aanslag. Pas dan stopt de teller met lopen. Ook hierop bestaan een aantal uitzonderingen:
- Doet de Belastingdienst er langer over dan 3 maanden om een aanslag op te leggen en uw aangifte wordt vervolgens ongewijzigd overgenomen, dan wordt de belastingrenteperiode beperkt tot maximaal 19 weken na ontvangst van uw aangifte;
- Indien u een voorlopige aanslag heeft aangevraagd en de Belastingdienst wijkt hier niet van af, dan wordt de belastingrenteperiode beperkt tot maximaal 14 weken na ontvangst van uw verzoek;
- Wanneer u te maken heeft met een gebroken boekjaar, dan wordt er pas belastingrente in rekening gebracht als de Belastingdienst later dan 6 maanden na afloop van het gebroken boekjaar een aanslag oplegt.
Let op, bij navorderingsaanslagen zijn de belastingrenteperioden weer anders!
Wat is het nut van een voorlopige aanslag Vpb?
De voornaamste reden waarom het handig om een voorlopige aanslag Vpb aan te vragen is dat u daarmee 8% belastingrente voorkomt. Zeker als u denkt niet voor 1 april volgend op het belastingjaar aangifte Vpb te doen. Dit is echter niet de enige reden waarom een voorlopige aanslag handig kan zijn. Ook als u verwacht dat de voorlopige aanslag te hoog is vastgesteld, is het verstandig om een nieuwe voorlopige aanslag in te dienen en daarmee de aanslag te verlagen. Hiermee verbetert u namelijk de liquiditeitspositie van uw onderneming. Let op, stel de voorlopige aanslag niet te laag vast! Mocht de definitieve aanslag Vpb uiteindelijk toch hoger uitvallen, dan bent u alsnog belastingrente verschuldigd. Overigens geldt het andersom ook. Indien u verwacht dat de aanslag te laag is vastgesteld, is het vanuit het oogpunt van uw liquiditeitspositie ook verstandig om de aanslag te wijzigen. Wederom geldt ook hier de waarschuwing dat u de voorlopige aanslag niet op een te laag niveau vaststelt. Indien u willens en wetens de voorlopige aanslag te laag vaststelt, kan de Belastingdienst u een vergrijpboete opleggen van 100% van het bedrag dat u ten onrechte niet heeft betaald. Ook wanneer met opzet onjuiste dan wel onvolledige gegevens of inlichtingen worden verstrekt bij een verzoek tot vaststelling of herziening van een aanslag, kan een vergrijpboete worden opgelegd. Wij adviseren u dan ook om bij ieder verzoek tot vaststelling of herziening van een aanslag vast te leggen op welke wijze de verwachte winst is begroot of wordt geschat. Een vergrijpboete wordt namelijk niet opgelegd als het verzoek voldoende cijfermatig is onderbouwd.
Maatregel Staatssecretaris
Nu kan zich de situatie voordoen dat u belastingrente moet betalen, terwijl u tijdig en correct voldaan heeft aan uw fiscale verplichtingen. Zoals hiervoor beschreven wordt er geen belastingrente in rekening gebracht als u aangifte doet vóór 1 april volgend op het belastingjaar. Echter, als Vpb-plichtige dient u tijdig en correct aangifte te doen vóór 1 juni volgend op het belastingjaar. Wanneer u dus voldoet aan uw Vpb-plicht door vóór 1 juni volgend op het belastingjaar aangifte te doen, kan alsnog belastingrente in rekening worden gebracht aangezien u de aangifte niet vóór 1 april heeft ingediend. Gelukkig is de Staatssecretaris met ons van mening dat dit een onwenselijke situatie is en is hij derhalve voornemens dit aan te pakken.
Kortom, het is verstandig om voor 1 mei een voorlopige aanslag Vpb aan te vragen! Zeker als u denkt vóór 1 juni wel aangifte te doen, maar niet vóór 1 april. Het aanvragen van een voorlopige aanslag Vpb kunt u zelf doen bij de Belastingdienst, maar uiteraard kunt u ook ons benaderen. Wij helpen u daar graag bij!