De rode draad in het belastingplan is een hogere belastingdruk voor ondernemers in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.
- De milieu-investeringsaftrek (MIA) en de energie-investeringsaftrek (EIA) en de mogelijkheid om willekeurig (versneld) af te schrijven op milieu-investeringen (Vamil) worden verlengd tot en met 31 december 2028. Dat is positief nieuws. Het percentage voor de EIA wordt wel verlaagd van 45.5% naar 40%. Alleen in 2023 is er nog de tijdelijke maatregel willekeurige afschrijving op nieuwe bedrijfsmiddelen. Het is dan ook interessant om investeringen, die in aanmerking komen voor willekeurige afschrijving én EIA, in 2023 te doen. Neem contact met ons op om in uw situatie de regelingen optimaal te benutten.
- De mkb-winstvrijstelling wordt verlaagd van 14% naar 12.7%. Dit betekent dat bij een winst van € 100.000 de mkb-winstvrijstelling afneemt van € 14.000 naar € 12.700. Dat geeft een netto belastingnadeel van ca. € 500 in dit voorbeeld.
- De zelfstandigenaftrek voor ondernemers wordt verder afgebouwd van € 5.030 naar € 3.750. Dat geeft een netto belastingnadeel van ca. € 500.
- Al eerder is de mogelijkheid van toepassen fiscale oudedagsvrijstelling (FOR) ingetrokken. Vanaf 2023 is dat niet meer mogelijk. In 2022 was het mogelijk maximaal € 9.632 FOR toe te voegen. Het schrappen van deze aftrek heeft dan ook behoorlijke gevolgen op het belastbaar inkomen vanaf 2023. Wel zijn er vanaf 2023 ruimere mogelijkheden voor pensioenopbouw door het afstorten van lijfrentepremie.
- Dividend uitkeren vanuit een bv, waarin de ondernemer een aanmerkelijk belang heeft (minimaal 5% van de aandelen zijn in bezit), wordt belast als inkomen uit aanmerkelijk belang. Er komen twee tarieven vanaf 2024. De eerste € 67.000 is belast tegen 24.5% en het meerdere tegen 31%. Het is dan ook interessant dividenduitkeringen te plannen en de 1e schijf optimaal te benutten. Samen met de fiscaal partner kan € 134.000 (2x € 67.000) dividenduitkering worden uitgekeerd waarop de eerste belastingschijf van toepassing is.
- Het tarief in de vennootschapsbelasting blijft 19% voor de 1e schijf (tot € 200.000) en 25.8% voor de 2e schijf (meer dan € 200.000).
- De vrije ruimte in de werkkostenregeling wordt fors verlaagd. In 2024 is er minder ruimte voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan personeel.
- De voorwaarden voor toepassing herinvesteringsreserve (HIR) worden verruimd. De HIR kan worden toegepast bij verkoop van een bedrijfsmiddel waarbij een hoge boekwinst wordt gerealiseerd. De boekwinst kan worden afgeboekt op toekomstige investeringen. Hierop zijn wel ingewikkelde fiscale spelregels op van toepassing. Ondernemers in de agrarische sector die gedwongen worden door de overheid om het bedrijf gedeeltelijk te beëindigen, krijgen meer mogelijkheden om een HIR te gebruiken voor investeringen in een andere, al bestaande onderneming. Bijvoorbeeld wanneer er twee ondernemingen zijn zoals een melkveebedrijf en een minicamping. Het melkveebedrijf wordt voor een deel gestaakt en de ondernemer besluit inventaris of fosfaatrechten te verkopen. Op de winst op verkoop kan een HIR worden toegepast. De HIR kan worden gebruikt om af te boeken op nieuwe investeringen in de camping.
- Het tarief omzetbelasting is voor agrarische producten belast tegen het lage btw-tarief van 9%. Denk hierbij bijvoorbeeld aan zaaizaad of pootgoed. Het voornemen is om vanaf 1 januari 2025 meer agrarische producten te belasten tegen het hoge btw-tarief van 21%.
- Een zeer belangrijke wijziging is het aanpassen van de mogelijkheid om af te schrijven op bedrijfsgebouwen. In 2023 kan op bedrijfsgebouwen in B.V. tot maximaal tot 100% van de WOZ-waarde worden afgeschreven. In de inkomstenbelasting is dat 50% van de WOZ-waarde. Dat wordt per 1 januari 2024 gelijkgetrokken. Ook in de inkomstenbelasting kan tot maximaal 100% van de WOZ-waarde gebouwen worden afgeschreven. Betekent voor heel veel agrarische ondernemers dat er vanaf 2024 geen afschrijving meer mogelijk op bedrijfsgebouwen. Het advies is om begin 2024 kritisch naar de vastgestelde WOZ-waarde te kijken en eventueel bezwaar te maken bij de gemeente. Een hoge WOZ-waarde geeft minder afschrijvingspotentieel! Bij nieuwbouw is het heel belangrijk installaties in gebouwen apart aan te besteden. Op installaties die niet aard- en nagelvast zijn, zoals zonnepanelen of een warmtepomp, is namelijk niet de afschrijvingsbeperking van toepassing.
- De fiscale regelingen die van toepassing zijn bij bedrijfsoverdracht, de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR), worden aangepast. De voorgestelde wijzigingen hebben minder effect op bedrijfsoverdrachten binnen de agrarische sector. Aanpassingen gaan gefaseerd in per 1 januari 2024 en 1 januari 2025. Vanaf 1 januari 2025 is het niet meer nodig om kinderen minimaal 36 maanden op de loonlijst te zetten om aanmerkelijk belang aandelen te schenken met toepassing doorschuifregeling. Bij schenking van onderneming geldt vanaf 1 januari 2025 wel een minimum leeftijd van 21 jaar. Bij overdracht van familiebedrijven naar alle kinderen waarbij één of meer kinderen jongen zijn dan 21 jaar, is het interessant uiterlijk in 2024 de onderneming over te dragen. Verdere versobering van de BOR-regeling is te verwachten. Plan een bedrijfsoverdracht op tijd in!
- Vermogen in box 3 wordt zwaarder belast. Het tarief gaat van 32% naar 34% en het heffingsvrij vermogen wordt niet geïndexeerd. Dat blijft € 57.000 per persoon. Banktegoeden worden belast tegen een forfaitair rendement van 0.36% en overige bezittingen tegen 6.17%. Het werkelijk rendement kan uiteraard veel lager zijn. In overleg met uw belastingadviseur kan bezwaar worden gemaakt tegen de heffing in box 3. Er komt vanaf 2027 een volledig nieuw stelstel box 3 heffing. Het is onduidelijk hoe dat er uit gaat zien. Een nieuw kabinet zal zich hierover gaan buigen. De grote lijnen van het beoogde nieuwe stelsel zijn wel naar buiten gebracht waarbij het idee is waardestijgingen in box 3 ook te gaan belasten.
In de inkomstenbelasting worden de fiscale aftrekposten fors versoberd. Dat is een trend die al enkele jaren te zien. Dit najaar gaan we met u kijken naar de fiscale mogelijkheden. Hybride structuren met een bv en maatschap/vof worden interessanter.