Gebruikt u een gedeelte van uw eigen woning voor uw onderneming, bijvoorbeeld omdat u de afgelopen periode gedwongen werd vanuit huis te werken? In deze blog bespreek ik de voorwaarden waar u en uw werkruimte aan dienen te voldoen om de inrichtingskosten van uw werkruimte aan huis aftrekbaar te maken.
Gebruik werkruimte aan huis
Voor u als ondernemer met een eenmanszaak, vof of maatschap is allereerst van belang in hoeverre u de werkruimte daadwerkelijk zakelijk gebruikt. Dat moet in ieder geval meer dan 10% zijn, anders is de werkruimte privévermogen. Als u de werkruimte tussen de 10% en de 90% zakelijk gebruikt, heeft u de keuze om de werkruimte als zakelijk- of privévermogen aan te merken. Indien u uw werkruimte als privévermogen aanmerkt, valt deze onder de eigenwoningregeling. De waarde van de werkruimte telt dan mee voor het eigenwoningforfait in box 1 en eventuele kosten van financiering zijn aftrekbaar. Overige kosten van de werkruimte zijn niet aftrekbaar.
Kwalificerende werkruimte
Voor u als ondernemer of directeur-grootaandeelhouder moet vervolgens worden onderzocht of aan de zelfstandigheids- en inkomenstoets wordt voldaan. Aan de eerste toets wordt voldaan als de werkruimte dermate zelfstandig is dat deze fysiek en administratief te onderscheiden is van de woning. Belangrijke aanwijzingen hiervoor zijn een eigen ingang en eigen sanitaire voorzieningen. Aan de tweede toets wordt voldaan indien het inkomen voor ten minste 30% in het kantoor en voor ten minste 70% in of ‘vanuit’ het kantoor wordt verdiend. Het begrip ‘in’ geeft aan dat het inkomen fysiek in het kantoor moet worden verdiend. Het begrip ‘vanuit’ wil zeggen dat de werkzaamheden vanuit het kantoor worden georganiseerd. Indien aan beide toetsen is voldaan, is sprake van een kwalificerende werkruimte. Dit heeft invloed op het recht op kostenaftrek, bijtelling privégebruik woning en eventuele aanwezigheid van belastbaar loon.
Gevolgen voor IB-ondernemer
Als u de werkruimte tot het zakelijk vermogen rekent, behoort de werkruimte in box 1 als winst uit onderneming. De werkruimte dient voor de werkelijke waarde vermeld te worden op de balans, en de gedeelte hypotheek die ziet op de werkruimte als schuld. De jaarlijkse kosten met betrekking tot de werkruimte mag u aftrekken van uw winst. Ook mag u onder voorwaarden afschrijven op de boekwaarde van de werkruimte. Stopt de onderneming of wordt de werkruimte verkocht, dan moet u rekening houden met het resultaat dat u behaalt bij verkoop. De boekwinst is dan namelijk belast. Gezien de stijging van de huizenprijzen is het niet altijd voordelig om de werkruimte als ondernemingsvermogen aan te merken. Andersom geldt ook dat een eventueel boekverlies aftrekbaar kan zijn van uw winst.
Gevolgen voor DGA
Als u als DGA een werkruimte heeft en voldoet aan de inkomens- en zelfstandigheidstoets, dan kunt u ervoor kiezen deze te verhuren aan uw bv. De bv is u hiervoor een vergoeding (huur) verschuldigd. Deze huur is bij u belast in box 1 als resultaat uit overige werkzaamheden, waarbij u recht heeft op een belastingvrijstelling van 12%. U kunt hierop afschrijvingskosten en exploitatielasten in mindering brengen. De vergoeding/huurkosten zijn voor de bv aftrekbaar van de belastbare winst.
Als DGA kunt u ook enkel de grond verhuren aan uw bv. De bv kan daar vervolgens zelf de werkruimte op bouwen. De bv kan dan de daarbij opkomende kosten aftrekken. Belangrijk nadeel aan deze variant is dat als u het kantoor in de toekomst privé wilt gaan gebruiken er overdrachtsbelasting verschuldigd kan zijn. In deze situatie is de formulering van de huurovereenkomst van groot belang.
Heeft u een werkruimte aan huis, of heeft u plannen om een werkruimte te realiseren? Raadpleeg uw belastingadviseur bij Visser & Visser om geen kansen onbenut te laten.