Alweer bijna tien jaar geleden oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat zonnepaneelhouders kwalificeren als ondernemer voor de btw. Bijna een decennium later houdt de discussie over btw en zonnepanelen de gemoederen nog altijd bezig. Onlangs is een arrest van de Hoge Raad verschenen waarin, zo lijkt het, korte metten wordt gemaakt met de hoop van zonnepaneelhouders op een teruggaaf van omzetbelasting (btw) bij nieuwbouwwoningen.
Zonnepanelen nieuwbouw: aanschaf-btw dak en grond
Het arrest van het Hof van Justitie uit 2013 deed veel stof opwaaien en leidde ook tot veel nieuwe discussies en procedures rondom het terugvragen van btw op zonnepanelen. Zo speelt al enige tijd de vraag of zonnepaneelhouders ook een deel van de aanschaf-btw op het dak en de grond van een nieuwbouwwoning kunnen terugvorderen. Er kan immers worden beargumenteerd dat het dak en de grond waarop de zonnepanelen zijn geplaatst (gedeeltelijk) een zakelijke functie krijgen met de exploitatie van de zonnepanelen. Hiermee zou een recht op teruggaaf van btw ontstaan.
Hoge Raad geeft uitsluitsel
De Hoge Raad oordeelt echter dat op de zonnepaneelhouder een bewijslast rust om aannemelijk te maken dat:
- de aanschaf van de nieuwbouwwoning rechtstreeks verband houdt met het voornemen om in een later stadium zonnepanelen te exploiteren en de kosten van de aanschaf van de woning zijn uitsluitende oorzaak vinden in het voornemen om zonnepanelen te exploiteren, ofwel;
- de kosten voor de aanschaf van (een deel van) de bouw van de nieuwbouwwoning en de bijbehorende grond verdisconteerd zijn in de prijs die door de zonnepaneelhouder voor de levering van energie aan de energiemaatschappij wordt ontvangen.
Het rechtstreekse verband zal voor zonnepaneelhouders niet eenvoudig aan te tonen zijn. Het privéaspect zal bij de aanschaf van een woning vanzelfsprekend overheersen, waardoor de kosten voor de aanschaf van de woning (voor een groot deel) ook zonder de aanwezigheid van zonnepanelen gemaakt zouden zijn. Het feit dat jurisprudentie van het Hof van Justitie uitwijst dat ondernemers investeringsgoederen, hoe gering het zakelijk gebruik ook is, mogen aanmerken als ondernemingsvermogen lijkt de Hoge Raad links te laten liggen.
Ook de verdiscontering van de kosten in de prijs die wordt ontvangen voor het leveren van energie lijkt moeilijk aantoonbaar. Veelal wordt hiervoor immers een vast tarief ontvangen.
Bewijslast zonnepanelen nieuwbouw te zwaar?
Het is op zijn minst opvallend dat de Hoge Raad een zwaardere bewijslast bij zonnepaneelhouders neerlegt. Wordt na dit arrest van een directeur-grootaandeelhouder die een werkruimte aan huis aan zijn eigen B.V. verhuurt, verwacht dat hij aannemelijk maakt dat de aanschaf van de woning rechtstreeks verband houdt met de verhuur van de werkruimte? Dit lijkt ons toch niet de bedoeling van de Hoge Raad en daarnaast erg ongewenst. De Hoge Raad lijkt hiermee een verdergaande bewijslast te eisen van zonnepaneelhouders dan van andere ondernemers.
Aftrek van voorbelasting lijkt namelijk niet te worden geaccepteerd, tenzij de zonnepaneelhouder aannemelijk maakt dat hij de woning zonder de aanwezigheid van de zonnepanelen niet gekocht zou hebben. Zonnepaneelhouders zijn evengoed ondernemer voor de btw als andere ondernemers; een andere behandeling zou dan ook niet aan de orde moeten zijn. Wij zetten dan ook onze vraagtekens bij het oordeel van de Hoge Raad, omdat hiermee een ongelijke behandeling van ondernemers in het leven lijkt te worden geroepen.
Toekomst zonnepaneelhouders onzeker
Nederland lijkt de zonnepaneelhouder bijna tien jaar na het arrest van het Hof van Justitie nog altijd als een particulier en niet als een ondernemer te willen beschouwen. Dat Nederland de zonnepaneelhouder nog meer uit de btw probeert te verdrijven, blijkt onzes inziens ook uit het volgende:
- De Staatssecretaris van Financiën heeft onlangs aangegeven dat Nederland voorstander is van het toepassen van een 0% btw-tarief op zonnepanelen.
- Met ingang van 1 januari 2021 is Nederland door de Europese Commissie gemachtigd om regelgeving in te voeren welke het recht op aftrek van voorbelasting volledig mag uitsluiten als het zakelijk gebruik van een goed minder dan 10% bedraagt. Dergelijke regelgeving is tot dusver niet door de wetgever geïmplementeerd. Wij schatten echter in dat deze regelgeving als gevolg van het arrest van de Hoge Raad op de plank blijft liggen.
Vragen over btw-teruggaaf zonnepanelen nieuwbouwwoning?
Neem contact op met ondergetekende óf één van uw contactpersonen binnen Visser & Visser.