Prinsjesdagspecial 2023
Internationale situaties
Bewijspositie bij dividendstripping
Bij dividendstripping wordt heffing van dividendbelasting beperkt of zelfs voorkomen. Om dividendbelasting te kunnen verrekenen, terug te vragen of te verminderen moet de ontvanger van het dividend de uiteindelijk gerechtigde zijn. Bij dividendstripping is het voor de Belastingdienst lastig om te bepalen of hieraan wordt voldaan. Om de bewijspositie van de Belastingdienst te verbeteren, is voorgesteld dat degene die een beroep doet op verrekening, teruggave of vermindering, aannemelijk moet maken dat aan de voorwaarden wordt voldaan. Dit geldt pas vanaf een bedrag van € 1.000 aan geheven dividendbelasting op jaarbasis (doelmatigheidsmarge).
- Let op! Er wordt doorlopend onderzoek gedaan naar alternatieve maatregelen om dividendstripping. Ook naar de aanpak van dividendstripping bij deelnemingsdividenden.
Navorderingstermijn invoerrechten
De huidige wet bepaalt dat invoerrechten tot vijf jaar terug kunnen worden nagevorderd als sprake is van een onjuiste of onvolledige douaneaangifte. Voorgesteld wordt deze navorderingstermijn terug te brengen naar drie jaar als geen sprake is van opzet. Die navorderingstermijn van drie jaar geldt voor het onjuist en onvolledig doen van aangiften, maar ook voor het niet, onjuist of onvolledig verstrekken van inlichtingen of gegevens. Daarnaast wordt voorgesteld om per 1 juli 2024 de strafrechtelijke sanctie te vervangen door een bestuurlijke boete als geen sprake is van opzet.